maandag 7 mei 2012

Pinksteren

1. Met Pinksteren is het allemaal begonnen. De vijftigste dag is wat de Grieken Pentakoste noemen, 'Pinksteren'. Grieks is voor snobs maar als het plechtig moet klinken, was het een bruikbare taal. Met Pinksteren hebben we geleerd in alle talen te spreken, en niet alleen dat: we kenden ook alle woorden van alle tijden, al wisten we soms niet eens wat ze betekenden. Toen ontstonden de woorden die de komende tweeduizend jaar de geschiedenis zouden beheersen. We kenden na Pinksteren zelfs het woord tekstverwerker, terwijl we tot Pinksteren niet eens wisten dat dit woord bestond. Zelfs het Nieuwe Testament bestond nog niet voor Pinksteren, maar na Pinksteren hadden we hem zo kunnen uittikken als we een tekstverwerker zouden hebben gehad. Als broers waren wij, Jacobus, Judas Thomas, Joses en Simon,Jezus wettige erfgenamen en dat gaf ons een streepje voor op de andere apostelen. Wij gingen vanaf Pinksteren over de woorden en ik, Simon de Schrijver mocht al die nieuwe woorden voor het eerst opschrijven. Jezus was nu vijftig dagen dood, maar toch wou Jacobus graag dat dit boek 'goed nieuws' zou worden, zoals de Grieken dat noemen 'een evangelion'. Een evangelie van mijn broer.